Een aantal jaren geleden nam Cisco Tandberg over, één van de meest toongevende leveranciers van video-oplossingen. Hiermee zette Cisco een belangrijke stap in de wereld van video-oplossingen. De integratie van de bestaande Tandberg- en Cisco-partners in één partnerprogramma leidde tot de introductie van 3 Authorized Technology Provider (ATP)-programma’s. Op 25 juli 2015 houden deze programma’s op te bestaan.
Welke gevolgen heeft het verdwijnen van deze ATP-programma’s? Welke nieuwe videospecialisaties komen hiervoor in de plaats? Wat wordt er verwacht van Cisco-partners die over deze ATP-certificeringen beschikken? Ik licht het toe in deze blog.
Wat gebeurt er op 25 juli 2015?
Op 25 juli 2015 vervallen de ATP-programma’s TelePresence Video Advanced, TelePresence Video Advanced Plus en TelePresence Video Express. Dat geldt ook voor de hieraan gekoppelde satellietprogramma’s. Het ATP-programma TelePresence Video Master blijft bestaan en wordt geactualiseerd zodat het programma de nieuwste high-end producten dekt.
Alle bestaande ATP TelePresence-certificeringen die na 1 april 2015 verlopen, worden verlengd tot 25 juli 2015. Op die datum moeten de Cisco-partners aan de nieuwe voorwaarden voldoen.
Nieuwe videospecialisaties: Express Video en Advanced Video
Cisco heeft de entry en mid-range video-oplossingen uit het ATP-programma gehaald en ondergebracht in de nieuwe specialisaties Express Video en Advanced Video. In tegenstelling tot een ATP-programma is een specialisatie toegankelijk voor alle Cisco-partners.
Express Video-specialisatie
Met het behalen van de Express Video-specialisatie, die gericht is op de entry level producten uit het videoprogramma, behaalt een organisatie ook direct de Select-certificering. Role sharing is niet toegestaan wat betekent dat de specialisatie niet met één medewerker ingevuld mag worden.
Advanced Video-specialisatie
Met het behalen van de Advanced Video-specialisatie, die gericht is op de mid-range producten uit het videoprogramma, kan een organisatie de Premier-certificering behalen. Premier-partners moeten, naast het behalen van de specialisatie, aan aanvullende voorwaarden voldoen. Op deze aanvullende voorwaarden, zoals voorwaarden op het gebied van Cloud-diensten en Hybrid IT, kom ik in een latere blog terug. Ook binnen de Advanced Video-specialisatie is role sharing niet toegestaan.
Vernieuwd: ATP-programma TelePresence Video Master
Cisco heeft het ATP-programma TelePresence Video Master vernieuwd. Dit programma kent, naast de rollen van accountmanager, system engineer en field engineer, een 4e rol: de rol van projectmanager. Role sharing is niet toegestaan, met uitzondering van de rol van projectmanager: die rol mag gedeeld worden met iedere andere rol.
Voordat de ATP TelePresence Video Master kan worden behaald, moet een organisatie beschikken over de specialisatie Express Collaboration of Advanced Collaboration Architecture.
Satellietprogramma ATP Telepresence Video Master Satelliet
Ook het satellietprogramma voor TelePresence Video Master is vernieuwd. Een satellietprogramma is bedoeld voor organisaties die in verschillende Europese landen actief zijn. Eén land fungeert als host en voldoet aan de voorwaarden van het ATP-programma TelePresence Video Master, terwijl de andere landen kunnen volstaan met het voldoen aan de voorwaarden van het satellietprogramma.
De verschillen met het ATP-programma zijn niet groot. Zo zijn de certificeringsvoorwaarden voor de accountmanager, system engineer en field engineer gelijk. Role sharing tussen de accountmanager en de system engineer is in het satellietprogramma echter wel toegestaan en de rol van projectmanager bestaat niet.
Houd de deadline in de gaten
Cisco-partners die één van de videospecialisaties willen behalen of die de ATP-certificering TelePresence Video Master willen aanvragen, moeten op 25 juli 2015 aan bovengenoemde certificeringsvoorwaarden voldoen.
Mijn advies: houd die deadline goed in de gaten en wacht niet te lang met het ondernemen van actie. De bijbehorende trainingen zijn beperkt beschikbaar en deels alleen te volgen op een aantal centrale locaties in Europa, zoals Berlijn en Londen.